De Bank of Japan heeft de start aangekondigd van de testfase van haar gecentraliseerde digitale valuta. Door middel van de tests die het nu in gang zet, zal het experimenteren met de werking van een virtueel betaalinstrument dat ‘Digital Yen’ zou kunnen heten.
In een initiatief waaraan ook meer dan dertig grote Japanse bedrijven en bedrijven deelnemen, wil de Bank of Japan de digitalisering van het land bevorderen om het in de voorhoede van financiële technologie te plaatsen. Onder deze dertig bedrijven bevinden zich banken, beursbeleggers, sommige nutsbedrijven en ook retailbedrijven.
In het geval van elektronische betalingen hebben de drie belangrijkste Japanse banken onafhankelijke platforms die niet met elkaar zijn verbonden, en nu, met een gecentraliseerde digitale yen, zouden ze toegang kunnen krijgen tot de eenmaking van de verschillende elektronische betalingssystemen.
De tests lopen tot maart 2022 en gedurende deze 12 maanden zal de Bank of Japan de werking van haar digitale valuta testen op aspecten die verband houden met de uitgifte, distributie en aflossing.
Eenmaking van betalingssystemen
De meest populaire cryptocurrencies, zoals Bitcoin of Ethereum, zijn gedecentraliseerde digitale valuta’s, aangezien er geen agentschap, staat of centrale bank is die deze ondersteunt of controleert. Daarentegen nemen gecentraliseerde digitale valuta’s de voordelen van cryptocurrencies over in termen van flexibiliteit en dynamiek bij het gebruik ervan, door de garantie en steun van een centrale bank toe te voegen, zoals het geval is met deze Japanse digitale valuta die nu wordt geboren.
Ondertussen zal de Europese Centrale Bank binnen enkele maanden worden geconfronteerd met de studie van een digitaal europroject, dat, indien goedgekeurd, plaats zou maken voor een eerste fase die de basis zou leggen voor deze mogelijke nieuwe gecentraliseerde virtuele munteenheid. Het zou minstens vijf jaar duren voordat deze mogelijke digitale euro werkelijkheid zou worden, zoals de president van de Europese Centrale Bank, Christine Lagarde, begin 2001 verklaarde.